JIM WITZEL - FEELIN’ IT

Artiest info
Website
facebook
 
 

Gitarist, componist, leraar Jim Witzel is een groot liefhebber van het “orgel trio” in de jazz, oftewel Hammond B-3 orgel, gitaar en drums, zowel als luisteraar en als gitarist. In zijn tweede album “Feelin’it” drukt hij zijn stempel op die grote opnames uit de jaren ’50 en ’60 met vier standards, drie eigen nummers en een bekende pop song. Zijn debuut kwam uit in 1993, maar door zijn bezigheden als Professor of Jazz Guitar Studies aan zowel San Francisco State en Santa Clara University en een druk bestaan met optredens zowel als sideman als leider verschijnt nu pas zijn tweede cd.

Op “Feelin’it” horen we de invloed van de jaren ’60 Blue Note periode met muzikanten als Wayne Shorter , Herbie Hancock , Lou Donaldson en anderen. Als gitaristen noemt hij de Great 8 met Kenny Burrell, Joe Pass, Wes Montgomery, Jim Hall, George Benson, Pat Martino, John Abercrombie en Pat Metheny, in mijn optiek had die laatste mogen ontbreken en vervangen door Grant Green die schittert door afwezigheid.

Behalve Witzel op gitaar horen we Brian Ho op Hammond B-3 en Jason Lewis op drums, het album schiet gelijk uit de startblokken met het titelnummer “Feelin’ it” van Witzel met als bonus Dann Zinn op tenorsax, helemaal in de traditie van het orgel-tenor-drums trio, een lekker funky nummer dat de smaak naar meer alleen maar aanwakkert. Daarna volgt een bekende standard “Softly, as in a morning sunrise” geschreven door Romberg en Hammerstein in 1928 voor de operette The New Moon, pas na de versie van Artie Shaw in 1938 werd het een jazzklassieker. Eigenlijk niet helemaal passend in een gitaar-orgel trio, maar dat is buiten de waard, genaamd Jim Witzel gerekend, hij weet er het nodige vuur in te leggen en heeft wel degelijk de uitvoering van Sonny Rollins en Jim Hall in zijn gedachten. Een ander buitenbeentje is “If ever I would leave you” van Lerner & Loewe voor de Broadway musical Camelot uit 1960. Het is een ballad die rustig voortkabbelt, maar gelukkig weet Brian Ho er nog wat spirit in te brengen met zijn Hammond. Eigenlijk geldt hetzelfde voor de evergreen “I love you Porgy” van de broers Gershwin, waarom toch altijd weer dezelfde nummers gekozen, iedereen kan het dromen en dan toch weer opnemen ? Ik moet wel bekennen dat de gitaarsolo knap is.

“Beyond Being” geschreven na terugkomst van een tour door China waarbij er een spontane jamsessie ontstond tijdens een treinreis, Chinezen en Amerikanen spraken elkaars taal niet maar de taal van de muziek slechtte alle barrières en het werd een feest. De aanwezigheid van tenorist Zinn geeft het nummer de nodige schwung, prima nummer. Hetzelfde kan gezegd worden over “Ms. Information” een medium tempo swinger die Witzel schreef met Wayne Shorter in zijn hoofd. Curieus is de aanwezigheid van “Norwegian Wood” van Lennon/McCartney, in mijn oren ook in de originele uitvoering geen hoogvlieger met zijn mierzoete melodie, ik had hier toch liever een bluesy compositie van Witzel zelf gehoord. Het laatste nummer “The Old Country” van Nat Adderley, het klinkt bluesy maar het is een straight-ahead standard, wederom knap gitaarspel maar ook hier wordt niet het niveau gehaald van het titelnummer. Eigenlijk een gemiste kans dit album, meer swing en bluesy funky nummers zoals het hoort met een orgel- gitaar trio.

Jan van Leersum.